1980-'90

Beide rammen waren kleinzoons van 7678 Pref (Korf). 56 stamt uit een 6994-dochter, 117 uit een Kimo-dochter. Hun genen worden via de nafok van een paar dochters nog doorgegeven. 56 doet dat op een massale wijze ook via zijn zoon 4030-200 Pref en zijn talrijke kleinzoons. Zijn exterieureigenschappen werden als volwassen ram beloond met A90 voor AV.

Deze 4030-200 Pref zoon is via zijn dochters enorm belangrijk geweest voor onze fokkerij. Zijn nakomelingen waren goeie gebruiksschapen met een goed skelet. Bovendien gaf hij zijn kinderen het vermogen mee om lang in productie te blijven. Zijn vader werd 8 jaar en zijn moeder 4030-30 bracht maar liefst 10 worpen. Een dochter uit haar laatste worp, 4030-1280, werd 12 jaar en was tevens de moeder van 4030-2134. Een ram wordt slechts preferent als hij ook een aantal beste zonen nalaat. Voor 400 waren dit vooral 500, 520 en 605.

Deze preferente ram werd midden tot eind de jaren tachtig massaal gebruikt binnen de Nederlandse topfokkerij. Zijn zoons waren erg in trek en eindigden op fokveedagen meermaals op de hoogste trede. Maar ook in vrouwelijke lijn liet hij veel erg typische en best fokkende dieren na.

Deze grootramige zoon van 4030-410 Pref tekende binnen ons bedrijf voor het vaderschap van enkele erg belangrijke rammenmoeders. Dat hij als typevererver aan de bak kwam, werd extra in de verf gezet door zijn veelbesproken zoon ram 4030-888. Ram 671 nam als zevenjarige nog deel aan "De dag van het schaap" in Utrecht.

Deze 671 zoon was waarschijnlijk een van de meest besproken ramlammeren van zijn tijd. Van bij zijn geboorte (een drieling uit de topooi van de eerste Purmerendse veiling, aangekocht door een Belgisch industrieel en aan onze zorgen toevertrouwd) liep het storm voor hem. Hij straalde het summum van type uit en was zeer correct gebouwd. Naderhand bleek hij dit type zeer goed door te geven aan zijn nakomelingen. 4030-1000, 1050, 1055 en 1075 waren zijn meest besproken zonen. De laatste brak het toenmalig veilingrecord in Purmerend.

4030-1000 was een nazaat uit een koppenlijn. Het koppenbloed kreeg hij ook van zijn vader 888 mee. Grootvader 3701-212 zorgde dan weer voor een extra spier. Ram 1000 zette dan ook erg luxe en belijnde afstammelingen neer. Via de nakomelingen van een paar dochters zit zijn bloed sterk verankerd in de kudde.

4030-1001 heeft achteraf bekeken binnen ons bedrijf waarschijnlijk de eerste stap gezet richting "nieuwe fokdoel". Zelf was hij een iets laatrijp ramlam, die naaste een vlot type en een zeer goede bespiering, deze eigenschap ook aan zijn nakomelingen doorgaf. Tijdens de twee fokseizoenen dat hij op ons bedrijf werd ingezet, liet hij een brede schare markante rammen na, die landelijk hoog scoorden op de fokveedagen. Het waren 4030-1080, 1098, 1232, 1245, 1250, 1270 en 1255. Deze laatste werd voor een recordbedrag verkocht naar E. Ritter in Engeland. Het daaropvolgend voorjaar zwaaiden de afstammelingen van 1255 de plak op de fokveedagen in Noord-Nederland.

4030-56 en 4030-117